Feiten en fabels
Wat voor de één een feit is, is voor de ander een fabel, en vice versa. Mensen met het Syndroom van Down, zij hebben een syndroom, maar zijn het niet. Nog steeds heerst er een eenzijdig, ouderwets beeld over het Downsyndroom. Dat is jammer, want het doet de mens met Down en hun naasten zeer tekort.
Mensen met Down zouden bijvoorbeeld: Lief, vrolijk, muzikaal, knuffelig en kusserig zijn. Natuurlijk kennen mensen met Down ook alle emoties, net als ieder ander,maar…..het is niet wát zij zijn!
Dit is maar een heel kleine greep uit de reeks van voorbeelden. Mensen met Down zijn ook een afspiegeling van de maatschappij, van de gehele mensheid. En wat doen wij hen tekort door te denken of te menen dat zij allemaal identiek zijn, alleen maar door het syndroom dat zij hebben.
Net als voor een ieder van ons geldt: De genen krijg je mee van je ouders, van beiden de helft en dat maakt de mens 100% zichzelf. Met eigen karakter, eigen aard; eigen zijn.
Dit wordt bij mensen met Down nog weleens vergeten, alsof alles opgehangen kan worden aan het Downsyndroom. Integendeel: íeder mens heeft zijn of haar eigen kwaliteiten, gaven, wensen en beperkingen.
Ook mensen met Down zijn leerbaar, in tegenstelling tot hoe er soms nog over gedacht wordt. In welke mate en hoever zij kunnen komen, hangt af van vele factoren. Waar de één het voortgezet onderwijs afmaakt, zal de ander niet verder komen dan de basisschool.
Sommigen hoger, anderen lager. Een mooi voorbeeld hiervan is: Pablo Pineda, de enige man met het Downsyndroom in Europa, die afgestudeerd is aan de universiteit en nu les geeft. Dat zal uiteraard niet iedereen redden. Ook dit geldt voor zowel mensen
met het Downsyndroom, als zonder.
Net zo gewoon,
of net zo bijzonder,
mensenkinderen,
geen aparte status,
midden in het leven,
samen samenleving zijn.
Allemaal gewoon,
en allemaal bijzonder.
Allemaal uniek in eigen zijn.
AW