Wereld Wereldburger Dag!

 

Wereld Wereldburgerdag!

Vandaag, 21 maart, is het wereld Downsyndroomdag; ik kan er niet omheen, want er wordt veel op fb over gepost en ik vraag mij af wat het voor zin heeft. Zou het niet veel meer van waarde en belang zijn om
altijd te laten zien, te vertellen, dat mensen met DS niet anders zijn dan ieder ander?
Zij, net als jij en ik, doen het anders; leven, voelen en denken, allemaal op persoonlijke, eigenwijze wijsheid.Het voelt voor mij, juist op zo’n, “speciaal gemaakte” dag, dat wij weer extra in hokjes plaatsen; de mens met DS, en kijk eens
hoe leuk, bijzonder en aardig zij zijn….
Wij zijn allemaal bijzonder, net zo speciaal, allemaal mens.
En niemand is anders, iedereen doet het anders;
misschien zou dat de boodschap moeten zijn.
Wij zijn allemaal gelijk!

Net zo gewoon,
of net zo bijzonder,
mensenkinderen,
geen aparte status,
midden in het leven,
samen samenleving zijn.
Allemaal gewoon,
en allemaal bijzonder.
Allemaal uniek in eigen zijn.

Wat mij betreft dus geen Wereld Downsyndroomdag , maar Wereld Wereldburgerdag!

 

 

21 maart 2016.
AW

Gehandicapt? Hoezo, gehandicapt?

 Gehandicapt?  Hoezo, gehandicapt?

 

Vanmiddag liep ik met Martijn te winkelen. Supertrots ben ik op dit mannetje; vrolijk liep hij naast mij, voor iedereen een stralende lach en een groet.
In één van de winkels liep een moeder met een jongetje van een jaar of 4.
Moeder keek minzaam neer op Martijn en haar zoon kreeg een lach en een “Oi” van Martijn. Het jochie kwam achter ons aan, ging voor Martijn staan, bekeek hem met een bedenkelijke blik en vroeg: “Wat zegt hij nou? Hij praat zo raar.
Ik zei: “Hij zwaait naar jou en zegt hoi.”
“Maar”, zei het ventje, “zo zeg je toch geen hoi?”
“Nee, jij misschien niet, maar hij wel. Wat jij zou kunnen doen is gewoon ‘hoi’ terug zeggen?”

Waarom is mijn kind niet goed? Dat hij voor jou niet goed genoeg is, wil niet zeggen dat hij niet goed is

Het ventje bleef het maar raar vinden en liep terug naar zijn moeder, die achter een stelling was blijven staan. Kennelijk zei hij iets over Martijn tegen haar want ik hoorde haar zeggen: “Ssstttt, dat kind is niet goed.”
Ik bedacht mij geen moment, liep op haar af en vroeg haar: “Waarom is mijn kind niet goed? Dat hij voor jou niet goed genoeg is, wil niet zeggen dat hij niet goed is. Mijn kind is net zo goed als ieder ander.”
De vrouw schrok en hakkelde: “Maar hij is toch gehandicapt?” Vind je dat, vroeg ik haar? En waarom zou hij gehandicapt zijn dan?”
“Nou ja, hij heeft downsyndroom en hij praat niet zo goed en groet iedereen…”
“Is dat een handicap?”
“Euhhh, nou…euhhh, het is toch anders…”
“Ja, dat klopt, maar jij bent ook anders dan ik, ben jij dan ook gehandicapt, of ben ik dan gehandicapt?”

De verwarring was op haar gezicht te lezen. “Mijn kind doet het anders dan jij en ik en voor mij is dat geen handicap, sterker nog, ook voor hem is het geen handicap; hij is zoals hij is en dat geldt voor ons allemaal. De mensen die denken dat zij tot de ‘normale mensen’ behoren, zijn voor mij het meest gehandicapt.”
“Waarom?”, vroeg ze.
“Omdat zij niet kunnen en willen accepteren dat ieder mens anders is en hierdoor vergeten zij dat wij allemaal gelijk zijn; gewoon allemaal mens! Mijn kind zal geen oordeel vellen over een ander, mijn kind IS onvoorwaardelijke liefde. Noem dát maar gehandicapt! Fijne dag verder…”

 

 

Mei 2014
AW